Jolanda van Drie
Consumenten geven wereldwijd blijk van een groeiende voorkeur voor mondiale merken ten opzichte van lokaal geproduceerde producten, zo blijkt uit een nieuwe studie van prestatiemanagementbedrijf Nielsen.
Het jaarlijkse Nielsen Global Brand-Origin Report geeft inzicht in de voorkeuren en sentimenten van consumenten ten aanzien van producten in 34 categorieën, die zijn geproduceerd door plaatselijke fabrikanten, afgezet tegen producten van mondiale/multinationale merken. Al hebben de bevindingen in het rapport de afgelopen jaren gewezen op een relatief evenwichtig sentiment ten aanzien van mondiale en lokale merken, de resultaten van dit jaar wijzen er toch op dat de voorkeur van de consument in de meeste categorieën aan het verschuiven is in de richting van mondiale merken.
De voorkeur voor mondiale merken was nog het duidelijkst in de categorieën: babydoekjes/luiers en babyvoeding/-melk; slechts een kleine groep (respectievelijk 7% en 10%) zegt een voorkeur te hebben voor merken van lokale producenten. Overige categorieën, waarin de consument blijk gaf van lage voorkeur voor lokale merken, zijn onder meer: vitaminen en voedingssupplementen (12% voorkeur voor lokaal), diervoeder (12%), verzorgingsproducten voor de vrouw (13%), energie-/sportdranken (14%) en voedingswaren uit blik of pot (15%). Omgekeerd zijn categorieën waarin de consument meer geneigd is te kiezen voor een lokaal geproduceerd product ten opzichte van een mondiaal merk, onder meer: zuivel (54%), biscuits, chips, snacks en koekjes (32%), ijs (31%) en mineraal- en gebotteld water (30%).
“In onze huidige wereld van hyperconnectiviteit en globalisering, kan de consument kiezen uit een groter productaanbod dan ooit tevoren,” aldus Regan Leggett, Head of Foresight and Thought Leadership, Growth Markets bij Nielsen. “Maar nog belangrijker is, dat de consument een grotere toegang heeft dan voorheen. Dit is te danken aan factoren, zoals de almaar groeiende kanalen voor distributie, e-commerce-aanbiedingen en moderne handelsplatforms. Daardoor zien wij nu een verschuiving in de voorkeur naar grote multinationals.
Andere factoren die meespelen, zijn de opvattingen van klanten over kwaliteit, met name bij categorieën met een hoge gevoelswaarde, zoals babyverzorging.”
Op regionaal niveau zijn er duidelijk bepaalde marktnuances waarneembaar, waarbij de voorkeur van de consument voor mondiale versus lokale producten binnen een aantal categorieën sterk uitloopt. In de categorie zuivel was de voorkeur van de klant voor lokale producten veel uitgesprokener in Afrika en het Midden-Oosten (73%) en Europa (66%), afgezet tegen het mondiale gemiddelde (54%). In de categorie biscuits, chips, snacks en koekjes was de voorkeur van de klant voor lokale producten overheersend in Zuidoost-Azië (50%), Afrika en het Midden-Oosten (41%), alsook Latijns-Amerika (41%), afgezet tegen het mondiale gemiddelde (32%). In Europa zijn consumenten veel eerder geneigd te kiezen voor lokale alcoholmerken, vergeleken met het mondiale gemiddelde (22% versus 16%), terwijl in Zuidoost-Azië de consument een duidelijke affiniteit heeft met lokale merken voor instant noedels, afgezet tegen het mondiale gemiddelde (39% versus 21%).
“De variatie tussen regio’s illustreert de relatieve kracht van lokale producenten binnen bepaalde categorieën, met name waar deze aantrekkelijk zijn voor de smaak van de lokale consument,” aldus Leggett. “Bijvoorbeeld in Zuidoost-Azië, waar noedels een basisproduct vormen binnen het eetgedrag van consumenten, kunnen lokale producenten in deze categorie een sterke positie blijven innemen. Op de Europese markt worden lokaal geproduceerde zuivelproducten gezien als superieur in kwaliteit, ten opzichte van ingevoerde producten.”
Leggett concludeert: “In een steeds mondialere wereld komt de strijd tussen de merken neer op een goed inzicht in de ontwikkelende behoeften, gedragingen, levensstijlen en smaakvoorkeuren van de klant. Elk merk – lokaal of mondiaal – dat kan inspelen op deze consumentenvoorkeuren, zal voor de toekomst een goede uitgangspositie hebben, om het gevoel en het verstand van de klant te winnen.”
Lees verder....Bol.com lanceert deze maand de mogelijkheid om met een digitale barcode een pakket te retourneren. Deze service is beschikbaar voor alle klanten van de online winkel in Nederland. Daarnaast kunnen klanten retouren vanaf nu door PostNL bij hen thuis laten ophalen, op tijdstip naar keuze. Deze nieuwe dienst, Retour Ophalen, is nog een pilot en daarom beschikbaar in een geselecteerd aantal regio’s in Nederland.
Het retourproces en de bijbehorende voorwaarden kunnen een drempel vormen voor consumenten om online te winkelen. Daarom heeft de e-commerce winkel deze innovaties samen met PostNL ontwikkeld, zodat het proces van retourneren nog toegankelijker en eenvoudiger wordt gemaakt. Bol.com verwacht hiermee de drempel om online te winkelen nog meer te verlagen, en de groei van e-commerce verder te versnellen.
Printerloos retourneren
De klanten die hun retour bij een PostNL-locatie afgeven, hoeven vanaf nu thuis geen retourlabel meer te printen. Klanten ontvangen bij het melden van een retour van bol.com een digitale barcode. Op een PostNL-locatie kunnen klanten deze barcode op hun smartphone tonen aan de medewerker, die vervolgens de barcode scant en het label print.
KNVB heeft de DDMA Customer Data Award 2017 gewonnen. De ingezonden case van de voetbalbond werd door de jury uitverkozen boven die van de andere genomineerden, Vacanceselect, Manutan en Bilderberg Hotels.
De Customer Data Award wordt jaarlijks uitgereikt door DDMA, de branchevereniging voor data en marketing. De prestigieuze prijs is een waardering voor de organisatie die klantdata op operationeel, tactisch en strategisch niveau het meest succesvol weet in te zetten. De genomineerden zijn door een vakjury beoordeeld op verschillende criteria, waaronder rendement, verankering in de organisatie en de impact van het datagebruik op klanten.
Dit jaar viel bij alle genomineerden op dat er meer aandacht wordt besteed aan het gericht toepassen van ‘data intelligence’. Analytics is daarmee duidelijk leidend geworden in het voeren van de klantdialoog. Toepassingen worden steeds creatiever, om resultaat te maximaliseren. Uit het juryrapport: “De ingediende cases geven allemaal blijk van de wens tot professionalisering op marketing en salesgebied, ambities om te excelleren in het ontwikkelen en toepassen van datagedreven processen, een hoge mate van klant en data bewustzijn en – net zo belangrijk – een sterk lerend vermogen.”
Kees Groenewoud (Cmotions), juryvoorzitter van de Customer Data Award: “De winnende case van de KNVB is een mooie follow-up van de winnaar van vorig jaar, Vakmedianet. Ook deze case laat zien dat data en de creatieve toepassing daarvan een enorme impact kan hebben op het ontwikkelen van je ondernemingsstrategie. Daarnaast is de consistente inrichting van de organisatie en het degelijke gebruik van middelen, als gevolg van de gemaakte strategische keuzen, reden om KNVB als winnaar te kiezen.”
Diana Janssen, directeur van DDMA: “De Customer Data Award geeft al meer dan 10 jaar de stand van zaken in de sector weer. Om als marketeer klaar te zijn voor de 21e eeuw is het steeds belangrijker om niet alleen de technische, maar juist ook de creatieve kant van datatoepassing onder de knie te krijgen. Het is goed om in de ingezonden cases, en natuurlijk met name in de winnende case, te zien dat men echt bezig is om van data iets moois te maken. Ik feliciteer KNVB dan ook van harte met deze mooie prijs.”
Bron: DDMA
Lees verder....Nederlandse consumenten kochten in de eerste helft van 2017 voor ruim 600 miljoen euro aan producten bij buitenlandse webwinkels binnen de EU. Dit is een groei van 19 procent ten opzichte van de eerste helft van 2016. Dit meldt het CBS op basis van lopend big data onderzoek, naar de online uitgaven van Nederlanders bij buitenlandse webwinkels.
Het gaat hier om online aankopen van goederen door Nederlandse consumenten bij bedrijven die binnen de Europese Unie, maar niet in Nederland gevestigd zijn. Buitenlandse webwinkels die per jaar meer dan 100 duizend euro verkopen aan Nederlandse consumenten, zijn verplicht om BTW-aangifte te doen. Deze aangiften zijn gebruikt als bron. De cijfers zijn berekend op basis van een nieuwe methode die nog in ontwikkeling is, en zijn dus voorlopig. De foutmarge op de totale omzet is ongeveer 5 procent.
De internetverkopen van in Nederland gevestigde webwinkels namen in het eerste halfjaar van 2017 met 18 procent toe. Dit kunnen pure webwinkels zijn, maar ook detailhandelsbedrijven met zowel een fysieke winkel als een webwinkel.
De omzetgroei van Nederlandse webwinkels in het eerste halfjaar, is vergelijkbaar met de groei van de in Nederland behaalde omzet van buitenlandse webwinkels. In 2015 en 2016 groeide de omzet van Nederlandse webwinkels gemiddeld minder snel dan die van buitenlandse webwinkels. In het derde kwartaal van 2017 groeide de omzet van Nederlandse webwinkels met 21 procent, de internetaankopen bij buitenlandse webwinkels zijn nog niet bekend.
Het onderscheid tussen Nederlandse en buitenlandse webwinkels is voor een consument niet altijd goed te maken. Webwinkels van buitenlandse bedrijven zijn namelijk vaak gewoon in het Nederlands. Vanuit macro-economisch oogpunt is het onderscheid echter wel relevant. Aankopen bij buitenlandse webwinkels dragen namelijk niet bij aan de Nederlandse economie, in tegenstelling tot aankopen bij Nederlandse webwinkels. Van de totale online detailhandelsaankopen vindt ongeveer 10 procent plaats bij een Europese webshop.
Bron: CBS
Lees verder....REIZEN Magazine, het grootste reisblad van Nederland, stopt ermee. Na 81 succesvolle jaren verschijnt deze maand de allerlaatste editie. Ook het tijdschrift Op Pad, eveneens van de ANWB, treft hetzelfde noodlot. Is dit het einde van de reisjournalistiek in print? Karin van Hoorn, van – hoe ironisch – het digitale reisblog Traveladdict, schreef er deze week een mooie beschouwing over. Lees hieronder mee.
Nooit meer reizen?
REIZEN Magazine bestaat al sinds 1936, dat toen nog onder de naam Toeristen Kampioen werd uitgegeven. De eerste nummers gingen voornamelijk over wandelen, fietsen, wintersport, bergsport en autoroutes. In 1986 werd de naam veranderd in REIZEN, en de inhoud werd ook wat moderner. Exotische bestemmingen, actueel reisnieuws, tips voor fotografie, accommodatie en reisaccessoires werden aan het rijtje onderwerpen toegevoegd. Het tijdschrift had in zijn hoogtijdagen 50.000 abonnees, maar dat daalde tot minder dan 20.000. Te weinig om te blijven bestaan.
Niet meer Op Pad
En dan Op Pad. Het outdoor magazine startte in 1983 en richtte zich voornamelijk op de actieve reiziger. In het blad, dat 6 keer per jaar verschijnt, staan inspirerende reisverhalen, artikelen met technische informatie over de buitensport en worden verschillende reisitems getest. Het blad zag zijn abonneeaantal dalen, van 40.000 naar een kleine 18.000. In december horen de trouwe lezers dit blad voor de allerlaatste keer op de deurmat vallen.
Een nieuw tijdperk
Het wordt natuurlijk al jaren voorspeld, dat het tijdperk van print zijn einde nadert. Toch dacht ik dat het zo’n vaart niet zou lopen. Beide bladen hebben een grote naamsbekendheid, en veel mensen lezen longreads nog steeds liever op papier dan van een scherm. Nieuwe tijdschriften schieten als paddenstoelen uit de grond en als ik een magazine koop, sta ik zeker niet in mijn eentje voor de schappen. Hoe kan het dan dat een blad als REIZEN zijn kop niet boven water kan houden?
Burgerjournalistiek
Ik denk dat de explosieve groei van het aantal reisblogs de grootste oorzaak is. Sinds vliegtickets steeds betaalbaarder worden, tegenwoordig bijna iedereen een tussenjaar of sabbatical neemt en ook de ‘gewone’ vakantieganger het steeds verder weg en exotischer zoekt, voelen we massaal de drang om onze reisbelevenissen te delen. Eerst alleen met familie en vrienden, later ook met de rest van de wereld. En hoewel 90% van de reisblogs niet veel voorstelt, bol staat van de spelfouten en soms van een bedroevend niveau is, zitten er ook een aantal zeer informatieve, goed geschreven en professionele blogs bij met schitterend beeldmateriaal. Blogs waar jij en ik onze informatie vandaan halen als we een reis (willen) plannen.
Is dat een slechte ontwikkeling? Nee, integendeel. Zelf vind ik het hartstikke fijn dat er tegenwoordig zo veel te vinden is online. Je kunt heel gericht zoeken naar blogs van mensen met dezelfde interesses en dezelfde manier van reizen als jij. Grote kans dat hun meningen en ervaringen hartstikke waardevol zijn voor jou. Ook fijn: je kunt deze bloggers persoonlijk benaderen als je extra informatie wilt over een bepaalde bestemming of reisroute. Negen van de tien keer krijg je een uitgebreid antwoord waar je écht iets aan hebt. Dus ja, er is een overschot aan reisblogs. Maar gelukkig kun je door “de bomen het bos” ook nog prima zien.
Toch vind ik het jammer dat de Nederlandse reisjournalistiek in zwaar weer verkeert. Want het kan ook heerlijk zijn om af en toe met een tijdschrift op de bank te kruipen en mooie reisverhalen te lezen. Maar de lezers van REIZEN en Op Pad moeten hun heil vanaf volgend jaar toch echt online zoeken. De bladen gaan digitaal verder op www.anwb.nl/vakantie en www.oppad.nl.
Ik ben benieuwd hoe jij tegen deze ontwikkeling aankijkt? Vind je het jammer dat de traditionele reisjournalistiek lijdt onder het grote aantal reisblogs?
Reageer op het reisblog van Karin: www.traveladdict.nl.
Lees verder....
De DDMA Data Dag 2017 is dé jaarlijkse update voor iedereen die zich actief met klantdata bezighoudt, op operationeel, tactisch en strategisch niveau. De beste sprekers, de meest inspirerende cases en de boeiendste keynotes staan op verschillende podia in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam op 23 november. De avond ervoor wordt de Customer Data Award uitgereikt. De winnaar en de andere genomineerden presenteren natuurlijk ook hun cases. Kaarten zijn nog verkrijgbaar.
Simon James, Group Vice President, Data Science & Analytics: ALGORITHMS HAVE NO ETHICS
Olav Lijnbach, Marketing Science Lead Benelux – Facebook: CONNECTING THE DOTS BETWEEN MARKETING AND BUSINESS VALUE
De line-up van sprekers bij OnBrand ’17 is bijna compleet nu Heineken, Greenpeace en Wieden+Kennedy hun aanwezigheid hebben bevestigd. Dit jaar vindt OnBrand plaats in SugarCity, waar op 12 oktober 2.000 marketeers van over de hele wereld samenkomen, om kennis op te doen en ervaring uit te wisselen.
Heineken hoort bij wereldtop branding
“Met Heineken heb je het qua branding over de wereldtop,” aldus Lidia Lüttin, CMO van Bynder, dat OnBrand organiseert. “Heineken is een merk dat als geen ander aanvoelt hoe je bij het publiek jouw gewenste imago kan realiseren. Ze betalen in de VS rustig 10 dollar of meer voor een ‘Heini’. Dat zulke merken bij ons willen “spreken”, is een bevestiging dat we met OnBrand een onderscheidend programma bieden.”
Greenpeace vecht online voor onze planeet
Het verhaal van Greenpeace sluit volgens Lüttin goed aan bij de actualiteit. “Je merkt overal dat milieuproblematiek een steeds breder gedragen thema wordt,” stelt Lüttin. “Dat geeft Greenpeace als merk de kans om terug te keren naar zijn ‘roots’. Ze gebruiken de kracht van techniek om mensen te mobiliseren, dat gaat zo veel sneller en eenvoudiger dan vroeger. Iedereen kan zijn of haar steentje bijdragen aan een betere planeet.”
Van tv-reclames naar digitale ads
“Wieden+Kennedy heeft haar naam gevestigd met traditionele print en tv-campagnes,” vertelt Lüttin. “Tegenwoordig is het een veel moderner bureau, dat nieuwe, digitale media omarmt en de toon weet te zetten. En precies die overgang is wat hun verhaal zo interessant maakt. Wat is er écht veranderd in de wereld van reclame en wat is er hetzelfde gebleven? Natuurlijk kan je zeggen dat alles meetbaar is geworden, maar dan ben je er echt nog niet. We kijken uit naar hun verhaal.”
De volledige line-up van OnBrand ’17 is hier te vinden.
OnBrand ’17: Beyond
Locatie: SugarCity | Sugarcity Ring | 1165 MJ Halfweg
Datum: donderdag 12 oktober 2017
De Haagse Tech community The Hague Tech heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend met The Vault, een Tech community in San Francisco. Beide partijen committeren zich aan de doelstelling om in 2018 drie veelbelovende start-ups met internationale ambities uit te wisselen.
“Met deze samenwerking willen we de netwerken tussen beide steden verbinden”, aldus Brian Gharibaan, medeoprichter van The Hague Tech. “Leden van onze communities kunnen vanaf nu gebruik maken van de coworking- en evenementruimtes in beide steden. Daarnaast gaan we gezamenlijk opleidingsprogramma’s aanbieden voor: investeerders, corporate teams, overheden en start-ups. Ook willen onze Nederlandse leden toegang bieden tot investeerdersnetwerken in Silicon Valley.”
“Met haar hoge levensstandaard en betaalbare huisvesting is Den Haag de perfecte uitvalbasis voor onze bedrijven die Europese ambities hebben. Daarbij sluiten de werkruimten, locatie en het netwerk van The Hague Tech perfect aan bij ons ecosysteem”, zegt Kevin Smith, oprichter van The Vault. “Ons doel is om bestaande lokale kennis en middelen in Den Haag aan te vullen met onze programma’s, ons netwerk aan de West Coast en onze unieke Silicon Valley cultuur. We kijken uit naar de samenwerking en verwelkomen de The Hague Tech-leden graag in California.”
Bij de ondertekening was de Haagse Wethouder Saskia Bruines (Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs) aanwezig, die namens de Gemeente Den Haag de samenwerking en het internationale uitwisselingsprogramma van harte toejuicht. “Den Haag heeft als internationale stad van vrede en recht baat bij internationale samenwerkingsverbanden, die kunnen bijdragen aan kansrijke proposities op het gebied van vrede en technologie. Veelbelovende start-ups en scale-ups kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Dit past in de ontwikkeling dat onze stad steeds meer een vestigingsplaats wordt voor jonge, innovatieve technologiebedrijven.”
Foto van links naar rechts: Peter Hofman en Brain Gharibaan, oprichters The Hague Tech, wethouder Saskia Bruines van de gemeente Den Haag, Kevin Smith en Miika Mantyvaara, directieteam The Vault.
Lees verder....
Op dit moment telt Nederland meer dan 1.300 hostingbedrijven en 1.000 extensies. Het is daardoor mogelijk om tientallen domeinnamen te registreren bij allerlei partijen. Het nadeel van een grote hoeveelheid domeinnamen is, dat je snel het overzicht verliest. Vanaf september 2017 gaat WhoisBehind.com hier verandering in brengen, door een portal aan te bieden met een compleet overzicht van al je geregistreerde domeinnamen. Bij het verlopen/vernieuwen van een van deze domeinnamen, ontvangt de gebruiker van WhoisBehind.com 1,5 maand van te voren een melding. Daarin wordt aangegeven bij welk bedrijf je het goedkoopste een domeinnaam kunt registreren, en je domeinnaam naar kan verhuizen.
Avi Cohen, een van de oprichters van WhoisBehind.com laat hierbij weten: “We ondervonden zelf het probleem dat wij met WhoisBehind gaan oplossen. We hebben zelf veel domeinnamen geregistreerd bij veel verschillende registrars, en wisten op een gegeven moment niet meer waar welke naam geregistreerd stond. Hierdoor verloren we het overzicht, maar ook vergaten we steeds een bepaalde domeinnaam te verhuizen, waardoor we weer een jaar bij een dure registrar zaten. Want met acties word je binnengehaald en na het eerste jaar betaal je de normale kosten. Met WhoisBehind ontvang je ruim te van te voren een mailtje dat je naam afloopt en welke registrar goedkoper is voor jouw extensie. Zo heb je genoeg tijd om je domeinnaam bij een andere registrar onder te brengen. Zo kan het voor een .com het eerste jaar 10 euro schelen, en bij een nieuwe extensie zoals .movie zelfs meer dan 200 euro schelen. Hierdoor kan het zijn dat WhoisBehind.com kan leiden tot een prijzenoorlog bij registrars.”
Lees verder....Bijna 15% van de Nederlanders maakt wel eens gebruik van het wifi-netwerk van de buren, ook wel “wifi-liften” genoemd. Bijna 6% doet dit zonder toestemming. Dit blijkt uit onderzoek door Multiscope, uitgevoerd in opdracht van Sooda internetbureau. De voornaamste redenen hiervoor zijn: een verhuizing, kostenbesparing, storing van het eigen netwerk of de behoefte naar een betere downloadsnelheid.
Ruim 1.000 respondenten hebben deelgenomen aan het onderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat 2% van de deelnemers regelmatig gebruik maakt van andermans wifi-netwerk. Hiervan heeft 1,4% toestemming gevraagd. Meer dan 3% van de respondenten maakt af en toe gebruik van een ander netwerk, waarvan 2,5% met toestemming van de buren. 9% geeft aan dat ze het ooit wel eens hebben gedaan, de helft hiervan deed dit zonder toestemming. De argumenten die de respondenten hiervoor geven zijn: een verhuizing waarbij nog geen internetabonnement was afgesloten, kostenbesparing, een storing van het eigen netwerk of de betere downloadsnelheid van het wifi-netwerk van de buren.
Als je zonder toestemming gebruik maakt van het beveiligde wifi-netwerk van je buren is dit strafbaar. “Wifi-liften” valt namelijk onder het wetsartikel van computervredebreuk (artikel 138a Wetboek van Strafrecht). Hierbij is er sprake van het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een systeem of netwerk. Op dit misdrijf staat een gevangenisstraf van maximaal 1 jaar of een geldboete van € 20.500,-.
Lees verder....De trainingen voor 2022 staan gereed. Kijk voor het volledige online aanbod van bestaande- en nieuwe trainingen op de website.
BLOKBOEK.COM EN PRINTMEDIANIEUWS: HET OPTIMALE DOELGROEP BEREIK